Gebruikersinterface (zie afbeelding D)
De gebruikersinterface (11) dient voor het kiezen van de werkmodus en voor het aanduiden van de toestand van het elektrische gereedschap.
Statusaanduiding (16) | Betekenis |
---|---|
− | Elektrisch gereedschap uitgeschakeld |
Groen | Elektrisch gereedschap ingeschakeld en klaar voor gebruik |
Geel | Waarschuwingsmelding |
Rood | Foutmelding |
Blauw (knipperend) | Gegevensoverdracht |